Klik op een van de onderstaande titels om meer te lezen.
Beschrijving: in deze studie werd de associatie tussen steady-state plasmaspiegel van ribavirine en SVR onderzocht bij patiënten die met DAA’s en ribavirine werden behandeld.
Resultaten: er werden in totaal 183 patiënten geïncludeerd. Hiervan behaalden 163 (89%) patiënten SVR. Een hogere ribavirine plasmaspiegel was een onafhankelijke voorspeller van de kans op SVR. Een plasmaspiegel van minimaal 2.28 mg/L was de optimale afkapwaarde voor het behalen van SVR en een plasmaspiegel onder de 3.61 mg/L bleek een significante anemie (Hb <6.2 mmol/L) te voorkomen.
Conclusie: Een hogere ribavirine plasmaspiegel is een onafhankelijke voorspeller van de kans op SVR bij behandeling van hepatitis C met een DAA + ribavirine. De ideale therapeutische breedte van ribavirine die de kans op SVR maximaliseert en de kans op anemie minimaliseert is 2.28 – 3.61 mg/L.
De studie is in 2017 gepubliceerd in Alimentary Pharmacology & Therapeutics. U kunt hier klikken voor de PubMed link.
Participerende centra:
Amsterdam UMC (dr. Van der Valk)
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (dr. Dofferhoff)
Erasmus MC (dr. De Knegt, dr. Maan, drs. Van Tilborg)
Radboud UMC (prof. dr. Burger, prof. dr. Drenth, dr. Smolders)
UMC Groningen (M. Bijmolen, prof. dr. Blokzijl)
UMC Utrecht (dr. Arends, dr. Van Erpecum, dr. De Kanter, dr. Lieveld)
Beschrijving: deze studie voerde retrieval uit in provincie Utrecht. REACH is de voorloper van het landelijke CELINE project.
Resultaten: Op basis van lab- en dossiergegevens was 14% (n=269) van de ooit gediagnosticeerde hepatitis C populatie (met minimaal één positieve hepatitis C test in de afgelopen 15 jaar) lost to follow-up en geschikt voor retrieval. Tot het moment van publiceren waren 47 mensen verschenen op de polikliniek, waarvan er 42 nog steeds RNA-positief waren. De opkomst van patiënten was hoger indien ze nog steeds in provincie Utrecht woonachtig waren.
Conclusie: Dit project laat zien dat retrieval haalbaar, maar tijdrovend is. Enkele best practice methodes zijn adresverificatie via de gemeente en het oproepen van de patiënt vanuit een hepatitiscentrum waarbij zij in de buurt wonen.
De studie is in 2019 gepubliceerd in Liver International. U kunt hier klikken voor de PubMed link.
Participerende centra:
Diakonessenhuis (dr. Thijsen, dr. Verhagen)
GGD regio Utrecht (drs. Dimmendaal)
Meander Medisch Centrum (dr. Friedrich, dr. Weersink)
UMC Utrecht (dr. Arends, dr. Boland, dr. Van Erpecum, prof. dr. Hoepelman, drs. Kracht, dr. Wensing)
Saltro Diagnostisch Centrum (drs. Deege)
St. Antonius Ziekenhuis (drs. Stadhouders, dr. Vlaminckx)
Beschrijving: deze studie keek naar de toepassing van acht weken sofosbuvir – ledipasvir (Harvoni®) voor een hepatitis C genotype 4 infectie. Geïncludeerd werden DAA naïeve patiënten zonder aanwijzingen voor significante leverfibrose en met een HCV RNA load van minder dan 10 miljoen IU/ml.
Resultaten: De behandeling van acht weken was succesvol bij 28 van de 30 HIV positieve patiënten (93%) en bij alle negen HIV negatieve patiënten (100%). Bij vier HIV positieve patiënten was er twaalf weken na staken van de behandeling sprake van een re-infectie met een ander HCV genotype.
Conclusie: deze studie laat zien dat acht weken behandeling met sofosbuvir – ledipasvir een effectieve therapie is voor patiënten met een genotype 4 hepatitis C infectie zonder levercirrose.
De studie is in 2019 gepubliceerd in Journal of Hepatology. U kunt hier klikken voor de PubMed link.
Participerende centra:
Amsterdam UMC (drs. Koopsen, dr. Ramsoekh , dr. Schinkel, dr. Van der Valk)
Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis (dr. Van Kasteren)
Erasmus MC (drs. Boerekamps, dr. Rijnders, prof. dr. Vanwolleghem)
Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen (dr. Florence)
Leiden UMC (prof. dr. Van Hoek)
Maastricht UMC (dr. Posthouwer)
OLVG (dr. Van den Berk)
Radboud UMC (dr. Dofferhoff)
UMC Utrecht (dr. Arends)
Universiteitsziekenhuis Antwerpen (prof. dr. Vanwolleghem)
Beschrijving: In incidentele gevallen worden HCV-patiënten behandeld met een sterke enzyminducer (carbamazepine, fenytoïne enz.) die een contra-indicatie vormt voor de toepassing van DAAs. In deze studie werd deze groep patiënten behandeld met sofosbuvir 400mg 1dd (normale dosering) en daclatasvir 60mg 3dd (verhoogde dosering), eventueel in combinatie met ribavirine. Na 2-4 weken is een een 24-uurs farmacokinetische curve opgenomen voor het meten van de sofosbuvir (+ metaboliet) en daclatasvir spiegels.
Resultaten: Zes patiënten zijn behandeld. Daclatasvir spiegels waren bij 4 van de 6 patiënten nog steeds lager dan referentiewaarden. De spiegels van sofosbuvir en de belangrijkste metaboliet (GS-331007) waren wel vergelijkbaar met referentiewaarden. Alle 6 patiënten behaalden een SVR.
Conclusie: op basis van deze beperkte groep patiënten kan de gebruikte DAA combinatie ingezet worden bij patiënten die enzyminducerende anti-epileptica gebruiken en daarmee niet mee kunnen stoppen. In voorkomende gevallen kan een dalspiegel van daclatasvir worden aangevraagd bij de apotheek van het Radboudumc. In 2019 gaat daclatasvir (Daklinza®) uit de handel in Nederland. Vraag bij uw apotheek na of het evt. geïmporteerd kan worden. Voor evt. verder overleg, stuur een mail naar IDPharmacology@radboudumc.nl.
Deze studie is in 2019 gepubliceerd in de Journal of Hepatology. Klik hier voor de publicatie.
Participerende centra:
Albert Schweitzer Ziekenhuis (dr. Honkoop)
Amphia Ziekenhuis (P. van Wijngaarden)
Erasmus MC (dr. De Knegt)
Radboudumc (prof. dr. Burger, dr. Colbers, prof. dr. Drenth, M. van Seyen, dr. Smolders)
UMC Groningen (dr. Wouthuyzen-Bakker)
University of Liverpool (prof. dr. Back, O. El-Sherif)
Beschrijving: Met enige regelmaat komt het voor dat een patiënt die behandeld moet worden met DAAs moeite heeft met het slikken van pillen, bijvoorbeeld bij gebruik van een sonde of bij problemen met de slokdarmfunctie. Deze studie beoogde deze patiënten te includeren en te behandelen met Epclusa®.
Resultaten: HepNED-004 is een jaar open geweest in het JBZ en Radboudumc maar er zijn geen patiënten op Epclusa® geïncludeerd. Wel zijn wij benaderd door een aantal HCV behandelaren wereldwijd die ons op het spoor waren gekomen via vermelding van deze studie op www.clinicaltrials.gov.
HepNED 004 is inmiddels gesloten maar case reports zijn nog in voorbereiding.
Voor meer informatie, neem contact op met prof. dr. D.M. Burger: IDPharmacology@radboudumc.nl.
Beschrijving: chronische hepatitis C is een wereldwijd gezondheidsprobleem dat nog steeds geassocieerd wordt met hoge morbiditeit en mortaliteit. De komst van direct acting antivirals (DAA’s) hebben het landschap totaal omgegooid; patiënten kunnen nu genezen worden door middelen die effectiever zijn en beter verdragen worden dan peg-interfon. De Wereld Gezondheidsorganisatie heeft in 2016 virale hepatitis doelen opgesteld, waarin ze streven naar een 90% afname van nieuwe infecties en 65% afname van mortaliteit. In Nederland kunnen deze doelen mogelijk behaald worden door de lage prevalentie, de verkrijgbaarheid van DAA’s en de goede infrastructuur van de zorg. Dit artikel beschrijft de hepatitis C situatie in Nederland en beschrijft een nationale project dat start met hepatitis C eliminatie door lost to follow-up patiënten opnieuw op te sporen (CELINE: Hepatitis C Elimination in the Netherlands).
Dit artikel is in april 2019 gepubliceerd in het Netherlands Journal of Medicine. Klik hier voor de publicatie.
Beschrijving: CELINE (Hepatitis C Elimination in the Netherlands) is een project dat zorg en onderzoek met elkaar verbindt. Het doel is om lost to follow-up (LTFU) chronische hepatitis C patiënten op te sporen en terug in zorg te brengen. Dit levert interessante ethische en juridische vraagstukken op. Zouden we LTFU patiënten wel moeten opsporen? Mag de microbioloog gegevens delen met andere behandelaren? Wie mag de dossiers van de patiënt in om LTFU patiënten te identificeren? Hoe mag je de LTFU patiënten benaderen? Wij beschrijven hoe CELINE met deze vraagstukken omgaat en hoe wij ons met deze studie bewegen binnen de bestaande ethische en juridische kaders.
Dit artikel is in maart 2020 gepubliceerd in de International Journal of Health Policy and Management. Klik hier voor de publicatie.
Beschrijving: CELINE (Hepatitis C Elimination in the Netherlands) is een project waarbij lost to follow-up (LTFU) chronische hepatitis C patiënten opgespoord en terug in zorg gebracht worden. Met behulp van microbiologie gegevens en dossieronderzoek worden LTFU patiënten geïdentificeerd. Levende patiënten die woonachtig zijn in Nederland worden benaderd met het aanbod om terug in zorg te komen. Indien zij akkoord gaan, wordt de huisarts verzocht patiënt te verwijzen naar een hepatitiscentrum van keuze. Data wordt verzameld van patiënten die informed consent tekenen hiervoor. In deze paper beschrijven we het protocol in detail.
Dit artikel is in april 2020 gepubliceerd in BMJ Open Gastroenterology. Klik hier voor de publicatie.