Hepatitis A
Virus
Het hepatitis A virus (HAV) is een RNA-virus uit de familie van Picorna virussen. Reeds in 1947 werd de klinische vorm ontdekt, waarna in 1973 het virus zelf werd geïdentificeerd in fecale samples van patiënten.1
Het hepatitis A virus (HAV) is een RNA-virus uit de familie van Picorna virussen. Reeds in 1947 werd de klinische vorm ontdekt, waarna in 1973 het virus zelf werd geïdentificeerd in fecale samples van patiënten.1
HAV heeft een feco-orale transmissie route. Dit kan zowel directe besmetting zijn als indirect via verontreinigd water of voedsel. Met name schelpdieren zijn berucht voor HAV besmetting. In zeldzame gevallen is er besmetting via bloedtransfusie tijdens de viremische fase.2
HAV infectie is sterk geassocieerd met hygiëne. Om deze reden was de ziekte vroeger overal in de wereld endemisch. Tegenwoordig is het alleen nog endemisch in landen met matige hygiëne2. De wereldwijde jaarlijkse incidentie is naar schatting 1,4 miljoen3. Gebaseerd op de meldingen bij de GGD ligt de Nederlandse incidentie sinds 2010 tussen de 85 en 340 besmettingen per jaar.4 Bij gemiddeld 40% van deze besmettingen blijkt er sprake van infectie in het buitenland, waarvan 1/3e na een reis in Marokko.2
De symptomen van een HAV infectie zijn afhankelijk van de leeftijd. Jonge kinderen ontwikkelen vaker niet dan wel symptomen. Bij kinderen onder de zes jaar verloopt HAV in 30% symptomatisch, met in ongeveer 10% van de casus een icterus.5,6 Bij oudere kinderen en volwassenen heeft meer dan 70% procent een symptomatische infectie.3,6 Een symptomatische HAV infectie begint met malaise, koorts, buikklachten en misselijkheid. Na enkele dagen tot een week ontstaat icterus. Deze symptomen duren gemiddeld 1 tot 2 weken, waarna er nog een lange periode sprake kan zijn van moeheid.2,3
Hepatitis A gaat nooit over in een chronische infectie. Wel kan het in zeldzame gevallen
worden gecompliceerd door een geprolongeerde cholestatische hepatitis (<5% van de gevallen) of een relapsing hepatitis (5-10% van de gevallen).2,3 Bij een geprolongeerde cholestatische hepatitis is er sprake van een periode van icterus die langer dan drie maanden duurt, welke self-limiting is. Een relapsing hepatitis wordt gekenmerkt door een tweede episode van het ziektebeeld na aanvankelijk herstel, binnen zes maanden na de eerste episode. Deze complicaties komen het meest voor bij patiënten boven de 50 jaar en bij patiënten met een chronische hepatitis B of C infectie of een andere chronische leverziekte.2,3 In Nederland worden tussen de 30 en 50 patiënten per jaar opgenomen in het ziekenhuis vanwege ernstige klachten bij een HAV infectie.2
HAV is een self-limiting infectie en de behandeling is daarom alleen symptomatisch. Het is mogelijk om te vaccineren voor HAV. De vaccinatie zit niet in het standaard schema van het rijksvaccinatieprogramma, maar wordt op indicatie gegeven. Meestal gaat dit om reizigers die naar een endemisch gebied gaan, personen die beroepsmatig een risico lopen of die een chronische hepatitis B of C infectie hebben.2